Gedragsstoornis is een psychische stoornis die in de kindertijd kan worden gediagnosticeerd waarbij het kind egoïstische, gewelddadige en manipulatieve attitudes heeft die direct zijn prestaties op school en in zijn relatie met familie en vrienden kunnen beïnvloeden.
Hoewel de diagnose vaker voorkomt in de kindertijd of tijdens de adolescentie, kan een gedragsstoornis ook worden geïdentificeerd vanaf de leeftijd van 18 jaar en wordt deze bekend als antisociale persoonlijkheidsstoornis, waarbij de persoon onverschillig handelt en vaak de rechten van anderen schendt. mensen. Leer om antisociale persoonlijkheidsstoornis te identificeren.
Hoe te identificeren
De identificatie van de gedragsstoornis moet door de psycholoog of de psychiater worden gedaan op basis van de observatie van verschillende gedragingen die het kind kan vertonen en deze moeten ten minste 6 maanden duren voordat de diagnose van de gedragsstoornis kan worden vastgesteld. De belangrijkste symptomen die wijzen op deze psychische aandoening zijn:
- Gebrek aan empathie en bezorgdheid voor anderen; Defiance en uitdagend gedrag; Manipulatie en frequente leugens; Frequent de schuld geven aan anderen; Weinig tolerantie van frustratie, vaak met geïrriteerde aanvallen; Agressiviteit; Dreigend gedrag, dat bijvoorbeeld kan beginnen met gevechten; frequent thuis; Diefstal en / of diefstal; Vernietiging van eigendom en vandalisme; Houding van wreed tegen dieren of mensen.
Omdat dit gedrag afwijkt van wat van het kind wordt verwacht, is het belangrijk dat het kind naar de psycholoog of psychiater wordt gebracht zodra hij / zij suggestief gedrag vertoont. Het is dus mogelijk om het gedrag van het kind te beoordelen en een differentiële diagnose te stellen voor andere psychische aandoeningen of die gerelateerd zijn aan de ontwikkeling van het kind.
Hoe de behandeling zou moeten zijn
De behandeling moet gebaseerd zijn op het gedrag van het kind, hun intensiteit en frequentie en moet voornamelijk worden gedaan door middel van therapie, waarbij de psycholoog of psychiater het gedrag evalueert en probeert de oorzaak te achterhalen en de motivatie te begrijpen. In sommige gevallen kan de psychiater het gebruik van bepaalde medicijnen aanbevelen, zoals stemmingsstabilisatoren, antidepressiva en antipsychotica, die zelfbeheersing mogelijk maken en de gedragsstoornis verbeteren.
Wanneer een gedragsstoornis als ernstig wordt beschouwd, waarbij de persoon een risico vormt voor andere mensen, wordt aangegeven dat hij / zij wordt doorverwezen naar een behandelcentrum zodat zijn / haar gedrag correct wordt bewerkt en het dus mogelijk is om deze stoornis te verbeteren.