Bang zijn voor niets is het belangrijkste symptoom van een zeldzame ziekte die de ziekte van Urbach-Wiethe wordt genoemd. Vreemd genoeg voelen mensen met deze ziekte nergens bang voor, omdat het deel van hun hersenen dat het gevoel van angst en gevaar regelt, "uitgeschakeld" is.
Wetenschappers hebben gezocht naar antwoorden op deze ziekte omdat ze mogelijk een effectieve behandeling kunnen uitleggen en creƫren voor personen die last hebben van post-traumatische stress, zoals het geval is bij soldaten die terugkeren uit de oorlog en niet eens in staat zijn om hun huis te verlaten, zo bang.
De hoop is dat ze met de gevonden antwoorden een medicijn krijgen dat dat deel van het brein van de soldaten een beetje "uitschakelt", naast dat "opnieuw bedraden" van degenen met de ziekte van Urbach-Wiethe.
Angst is een gevoel dat ons beschermt en ervoor zorgt dat we gevaarlijke situaties vermijden die ons leven kunnen kosten. Omdat bij deze personen dit deel gebrekkig is, worden ze erg nieuwsgierige mensen en kunnen ze last hebben van verschillende problemen, zoals gebeten worden door een slang of branden tijdens een brand.