- Symptomen van aplastische anemie
- Hoe aplastische anemie te identificeren
- Behandeling voor aplastische anemie
Aplastische anemie is een type auto-immuunziekte en idiopathische ziekte, dat wil zeggen zonder een duidelijke oorzaak waarbij het beenmerg stopt met het produceren van de juiste hoeveelheid bloed. Het veroorzaakt symptomen zoals bleekheid, paarse vlekken op de huid zonder duidelijke reden en lange bloedingen, zelfs in kleine snijwonden, onderverdeeld in matige of ernstige (ernstige) bloedarmoede. Aplastische anemie kan, wanneer niet goed behandeld, binnen ongeveer 10 maanden leiden tot de dood door infecties.
Symptomen van aplastische anemie
Symptomen van aplastische anemie zijn:
- Bleekheid in de huid en slijmvliezen; Verschillende gevallen van infecties per jaar; Paarse vlekken op de huid zonder duidelijke reden; Grote bloedingen zelfs in kleine snijwonden; Vermoeidheid, Kortademigheid; Tachycardie; Bloeding in het tandvlees; Duizeligheid; Hoofdpijn; Huiduitslag.
Hoe aplastische anemie te identificeren
Om aplastische anemie te identificeren, moet een volledig bloedbeeld, beenmergbiopsie, botröntgenfoto, vitamine B12-meting, ferritinetest, serologie voor virale infecties, biochemische tests, cytogenetisch onderzoek en directe en indirecte coombs worden uitgevoerd.
Deze tests kunnen andere ziektegevallen uitsluiten en de diagnose van aplastische anemie bevestigen. Kijk welke tests bloedarmoede bevestigen.
Patiënten die een behandeling ondergaan, moeten de volgende wekelijkse onderzoeken ondergaan om te zien of de behandeling goed wordt uitgevoerd:
- CBC, ureum, TGO / TGP / FA / DHL en CsA;
Vanaf de 2e maand en elke 6 maanden:
- Chagas serologie, lues, CMV, hepatitis A, B en C, HIV, HTLV 1, ferritine, directe en indirecte kammen.
Behandeling voor aplastische anemie
Behandeling voor aplastische anemie bestaat uit bloedtransfusies, beenmergtransplantatie, antibiotica voor infecties en immunosuppressiva zoals methylprednisolon, cyclosporine en prednison. Slechts 25% van de patiënten krijgt een beenmergtransplantatie en daarom is de overlevingskans van de ziekte niet erg hoog.